Kring staand - Kring zittend - Vanaf werkplek - Vrij in de klas
Geen
Kort
Geen
-
Korte omschrijving
Het bekende spel "commando pinkelen" uitgebreid met meer fysieke opdrachten.
Voorbereiding
Kies een variant en organisatievorm.
Vraag je af:
- Zijn er kinderen die mogelijk niet aan de actievere en fysieke variant mee willen of kunnen doen?
- Zo ja, wat betekent dat voor deze werkvorm? Hoe ga ik daarmee om?
- Hoe ga ik daar rekening mee houden?
Hoe wil je met punten of af gaan omgaan? Zie hiervoor ook de tekst bij het onderdeel “Uitvoering”.
Uitvoering
* De kinderen krijgen verschillende opdrachten.
Ze mogen de opdracht alleen uitvoeren als het vooraf wordt gegaan door het woord “commando”.
Voeren ze de opdracht uit, zonder dat deze voorafgegaan wordt door het woord 'commando', dan zijn ze af.
De leerkracht of de leider noemt steeds verschillende opdrachten en doet de opdrachten mee.
De leider kan de kinderen ook misleiden door iets anders te doen dan de opdracht is.
Voeren de kinderen een opdracht verkeerd uit dan zijn ze ook af.
* Je kan op verschillende manieren omgaan met af gaan.
Bekijk wat bij jou en de groep op dit moment het beste past.
Bijvoorbeeld:
- Als er vijf kinderen af zijn dan doet iedereen weer mee.
- De leerkracht bepaald in het moment wanneer iedereen weer mee mag doen.
- Doorspelen totdat iedereen af is.
- Kinderen krijgen een aantal startpunten. Iedere keer als je af bent gaat er een punt vanaf.
* Het traditionele spel speel je vanaf de werkplek. De commando’s zijn:
- Pinkelen: Wijsvingers om de beurt op de tafel tikken.
- Plat: Handen plat op de tafel leggen.
- Hol: Handen hol trekken, de vingertoppen raken de tafel.
- Bol: Handen omdraaien, de handrug ligt op de tafel en de vingers wijzen naar boven.
Aanvullende of andere commando’s zittend vanaf de werkplek zijn bijvoorbeeld:
- Klappen: Herhaaldelijk in je handen klappen.
- Stampen: Herhaaldelijk met je voeten om en om op de grond stampen.
- Vliegen: Herhaaldelijk twee armen omhoog en naast je lichaam brengen.
- Springen: Herhaaldelijk kleine sprongetjes maken.
- Bukken: Je klein maken en in die houding bevriezen.
* Een actievere variant is, vaak vanuit een zittende kring, het spel spelen met deze commando’s:
- Raak iets aan met de kleur …..
- Ga zitten, ga staan, ga liggen, enzovoort.
- Breng vier knieën tegen elkaar en varianten hierop.
- Doe vijfentwintig vingers bij elkaar en varianten hierop.
- Breng twee ruggen tegen elkaar.
- Beeld met minimaal twee kinderen uit: een cijfer of letter dat je als leerkracht noemt.
- Enzovoort.
Afronden en nabespreken
Rond op een passend moment af.
Deze werkvorm is vooral een energizer en zal je waarschijnlijk niet of slechts kort nabespreken.
Hieronder vind je echter nog enkele suggesties.
Mogelijke vragen ter nabespreking:
* Wat vonden we van dit spel of deze opdracht?
* Wat heeft je verrast?
* Heeft er iemand iets ontdekt?
* Wat was er leuk?
* Wat was er lastig?
* Wat hebben we hiervan kunnen leren?
* Hoe gaan we dit op andere momenten toepassen in de klas?
* Hoe ging het?
* Wat ging al goed?
* Wat kan nog beter?
* Hoe krijgen we dat samen voor elkaar?
* Zien we overeenkomsten tussen hoe we ons in dit spel gedroegen en hoe we met elkaar omgaan in de klas?
Aandachtspunten
Geen aandachtspunten.
Variaties
* Er staan al een aantal variaties bij het onderdeel “Uitvoering”.
* De variant met de commando’s “klappen” tot en met “bukken” staand doen in plaats van zittend. Achter de werkplek of in een kring voor meer interactie.
Achtergrond
Deze werkvorm zet je vooral in om samen plezier te hebben en weer energiek worden.
We verwijzen graag naar de aanvullende informatie over energizers bij de werkvorm: Energizers – Achtergrondinformatie.